Vertel:
In de Bijbel noemt Jezus zich verschillende dingen.
Vraag:
Wie weet er een paar?
Vertel:
Ja, de Goede Herder, de ware wijnstok, het brood des levens. Goed zo! Maar vandaag wil ik er over nog eentje praten. En dat lezen wij in Johannes 8:12. Want daarin zegt Jezus:" Ik ben het Licht der wereld."
Opdracht:
Steek de kaarsjes aan.
Vertel:
Jezus is het Licht der wereld. Maar weten jullie dat er veel mensen helemaal niet blij mee waren. Zij dachten: "Als wij het Licht kunnen uitdoven, dan kunnen wij gewoon verder met alle dingen die wij zelf willen doen." Want jullie weten ook dat in het donker je niks kan... zien!
Maar als je het licht aandoet, dan zie je in één keer alles. Sommige mensen zijn een beetje geniepig. Zij doen liever alles geheim in het donker. En zij dachten: "Als wij het Licht der wereld uitdoven, dan kunnen wij gewoon lekker zelf doen wat wij willen."
De eerste die probeerde om het uit te blazen, was koning Herodes. Hij had gehoord
dat er een hele speciale koning was geboren. En hij was daar helemaal niet blij mee, dus stuurde hij zijn soldaten om alle kleine kinderen in Bethlehem te doden. Hij dacht: "Nu is het licht der wereld uit gedoofd!"
Opdracht:
Blaas de kaarsjes uit.
Vertel:
Maar hij was fout. God had Jezus beschermd. Kijk, de kaarsjes gingen weer aan.
De duivel probeerde het om het Licht der wereld te doven. Hij dacht: "Als ik Jezus laat zondigen, dan is het Licht der wereld gedoofd." Tot drie keer toe probeerde hij het.
Opdracht:
Blaas de kaarsjes uit.
Vertel:
Maar het lukte hem niet, want Jezus bleef gehoorzaam aan zijn Vader.
De mensen in zijn eigen stad probeerde Hem te doden. Ze waren zo boos op Jezus dat zij hem van een berg probeerde te gooien.
Opdracht:
Blaas de kaarsjes uit.
Vertel:
Ze dachten: "Nu is het voorbij. Nu is het Licht der wereld gedoofd." Maar ze hadden
het fout. Want Jezus liep gewoon tussen hen door en ging weer verder.
De schriftgeleerden probeerden het de hele tijd. Zij zochten naar een manier om het
Licht der wereld te doven.
Opdracht:
Blaas de kaarsjes uit.
Vertel:
Maar wat ze ook probeerden, het lukte hen niet. Want het was zijn tijd nog niet om te sterven.
Eindelijk....eindelijk lukte het hen dan toch. Jezus was gevangen genomen, veroordeeld en aan het kruis genageld. En hij....stierf! Het was hun gelukt. Het was de duivel gelukt. Eindelijk was het Licht der wereld uit gedoofd.
Opdracht:
Blaas de kaarsjes uit.
Vertel:
Nu konden ze doen wat ze wilden. Nu hadden zij het weer voor het zeggen. Maar
zelfs de dood van Jezus hielp hen niet.
Ze rolden een hele grote steen voor het graf. Zo, nu kon hij er in ieder geval niet uitkomen.
Opdracht:
Blaas de kaarsjes uit.
Vertel:
Maar zelfs de steen kon Jezus niet stoppen. Niets kan Jezus stoppen. Niets en
niemand kan het Licht der wereld doven.
En weten jullie wat zo heel speciaal is? Als wij vrienden van Jezus zijn, dan komt hij
met zijn Geest in ons wonen. Dan komt het Licht der wereld in ons wonen. En wat mensen en andere kinderen dan ook zeggen. Niemand kan het Licht der wereld in jou uitblazen. Kijk maar.
Opdracht:
Blaas de kaarsjes uit.
Vertel:
Niemand! Hoe hard ze ook blazen.
Opdracht:
Blaas de kaarsjes heel hard uit.
Vertel:
Niemand, niemand kan het stoppen. Jezus zal voor altijd bij je zijn. Hij zal je nooit in de steek of alleen laten.
En weet je nog wat? Als het Licht der wereld in je komt wonen, dan wordt je zelfs ook een lichtje. Dan mag je aan andere mensen laten zien en vertellen dat jij een vriend van Jezus bent!
Opdracht:
Gooi de kaarsjes in de emmer om ze echt te laten doven! Misschien buiten het zicht van de kinderen, want anders zwakt het wellicht je boodschap af!
