Een objectles over de gelijkenis van de verloren munt / penning
"Ik heb een doosje meegenomen met iets moois erin. (Kettingen en ringen laten zien. Iets van vertellen.) Mooi hè?
(Gouden ketting eruit halen.) Deze ketting is voor mij heel kostbaar en waardevol. Ik weet niet hoeveel het gekost heeft, maar vast veel geld, want het is helemaal van goud. Maar deze ketting is voor mij zo kostbaar, omdat het een speciale ketting is. Deze ketting draag ik eigenlijk altijd. Dat heb je vast weleens gezien. Deze ketting is van mijn tante geweest. Een tante die gestorven is toen ze 27 jaar was. Ik was toen 5 jaar, dus ik kan me niet meer zoveel van haar herinneren.
Maar deze ketting was van haar. Nadat ze gestorven was ging haar moeder de ketting dragen. Dat was mijn oma.
Mijn oma droeg die ketting altijd, elk dag. Zij is gestorven toen ze 93 jaar was. Toen heb ik de ketting gekregen. En ik draag hem ook altijd. Als ik er niet meer ben, krijgt mijn dochter deze ketting.
Je begrijpt wel dat deze ketting voor mij heel kostbaar en waardevol is. Het is van mensen geweest waar ik veel van hield.
(Bijbel laten zien.) In de bijbel staat een verhaal dat ook over een prachtige ketting gaat. Dan geen ketting voor om je hals, maar een voor om je hoofd. Een soort hoofdketting, een hoofdsieraad..."
In welke situatie kan je dit idee gebruiken?
Download de objectles
Hieronder vind je een objectles van Ellen Zuijdwegt over de gelijkenis van Jezus over de vrouw die een muntje kwijt was. Ellen heeft dit idee verwerkt in een PDF file, dat je hieronder kunt downloaden.