Verhaal: Kerst - Kerstkind uit de Schilderswijk

Korte uitleg:
Een mooi verhaal  over een Antilliaans meisje in de Haagsche Schilderswijk dat zwanger is, maar zal er wel een plekje voor haar zijn?

21


Thema’s:

de betekenis van het kerstfeest

Te gebruiken voor:
een kerstdienst of kerstviering

Bijbeltekst:
“Terwijl ze daar waren kwam voor haar de tijd dat ze moest bevallen, en ze baarde een zoon, haar eerstgeborene; ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voerbak, omdat er geen plaats voor hen was in het gastenverblijf.” (Lucas 2:6,7) 

Leeftijd:
10 t/m 88 jaar

Omschrijving:
Je kunt het verhaal hieronder downloaden of op deze site lezen:

Downloaden verhaal: 21.het-kerstkind-uit-de-schilderswijk.pdf

--------------------------------------------------------------------------------------------

Hijgend leunt Luisa tegen het klamme portaal van het kleine Arubaanse kapelletje. Haar hand gaat ongemerkt in een strelend gebaar over haar buik. Roerloos staat ze te kijken. Haar ogen gefixeerd op het twee meter hoge Madonnabeeld met het kindje Jezus in haar armen. “Help me”, fluistert ze zachtjes. Jij weet hoe het voelt… 

Met een snelle blik op haar horloge ontdekt ze, dat ze zich moet haasten als ze vanavond met mamá wil praten. Waarom is papá er ook niet bij. Eigenlijk zou ze een hekel aan hem moeten hebben, omdat hij haar zomaar in de steek heeft gelaten. Maar steeds weer droomt ze van zijn sterke armen. Soms haalde hij zijn hand door haar haar en fluisterde: “Je hebt de mooiste krullen van het land, prinses”. Dat ene zinnetje woog op tegen al die keren dat hij dronken thuiskwam en erop los sloeg. Mamá slaat nooit. Dat maakt het nog moeilijker om haar nu pijn te doen. 

De avond verloopt precies zoals Luisa van tevoren had bedacht. De arroz moro(rijst met bonen) is goed gelukt en binnen een kwartier leggen ze allebei twee kinderen op bed. Mamá, weet u nog dat ik vroeger altijd de kerstengel wilde spelen? “Doe eens even normaal. Het is nu april”, mompelt mamá die met haar strijkbout een vergeefs gevecht levert met een goedkope katoenen bloes. “Dit jaar speel ik Maria”, zegt Luisa zachtjes. “Op kerstavond krijg ik een baby.” Ze kijkt voorzichtig op naar mamá die ingespannen blijft strijken met steeds groter wordende rode vlekken in haar nek. In haar moeders ogen ziet Luisa haar eigen angst weerspiegelt. Woedend loopt mamá met steeds grotere stappen de kamer op en neer. Vlak voor Luisa staat ze een paar seconden stil. Dan schreeuwt ze: “Mijn hele leven heb ik me rot gewerkt voor jou en nu flik je me dit. Mijn huis uit, nu ga je maar voor jezelf en je kind zorgen!” 

Luisa buigt haar hoofd. Ze heeft haar kans op geluk vergooid. Maar wat veel erger is; ze heeft de droom van mamá verwoest. Tien jaar lang hebben ze met z’n vijven bij abuelito y abuelita (opa en oma) gewoond in een klein dorpje in de Dominicaanse Republiek. Al die tijd werkte mamá op Aruba als schoonmaakster. Tweeënhalf jaar geleden was het eindelijk zover. Op de dag dat ze vijftien werd, had abuelita (oma) hen zo dik mogelijk aangekleed om zoveel mogelijk bagage mee te kunnen nemen. Op het vliegveld had abuelita (oma) haar een kus gegeven en in haar oor gefluisterd: “Pas goed op de kleintjes.” Toen het vliegtuig opsteeg, liet ze haar oude leven achter zich. Kon dat nu ook maar… Maar ze heeft zelf geen geld en geen baan. 

De enige oplossing is om bij Carlos, haar dushi (liefje) te gaan wonen. Drie maanden woont ze bij hem. Drie maanden die uitgroeien tot een eindeloze nachtmerrie. Carlos is misschien geen slechte jongen, maar zijn wantrouwen en woede doen zo’n pijn dat het een opluchting is als hij haar na drie maanden dumpt. Als een stille belofte ligt dan gelukkig een smalle witte envelop op tafel. Een Nederlandse vriendin van mama nodigt haar uit om in Nederland te komen wonen. “We beginnen samen helemaal opnieuw” fluistert Luisa zachtjes als ze voor het eerst haar kindje voelt bewegen. De regels uit de brief “Je weet toch! Hier in Holland is alles voor je geregeld, meisje. Kom jij maar hierheen” herhaalt ze als een mantra bij elke moeilijke beslissing die volgt. Het verkopen van al haar spullen. Wat doet het pijn om afscheid te nemen van de zilveren ketting die ze van mama heeft gekregen toen ze zestien werd. “Kom jij maar hierheen”, herhaalt ze zachtjes bij elk bord dat ze na schooltijd wast om haar ticket te kunnen betalen. En ’s avonds glijdt haar hand steeds vaker over haar groeiende buik.

Gekleed in een korte rokje en een helroze top arriveert Luisa eind augustus op Schiphol. En dan wordt het ondenkbare werkelijkheid. Op het vliegveld is niemand om haar af te halen. Na wel tien telefoontjes wordt er eindelijk opgenomen en begrijpt ze dat de vriendin van mama schulden heeft en uit haar huis is gezet. Huilend loopt ze door de lange gangen van Schiphol. Waar moet ze heen gaan? Wie zal haar en haar kindje willen helpen? Op een wegwijzer ontdekte ze een kruis. Eindelijk iets bekends; iets van thuis. Maar in het muisgrijze stiltecentrum is niemand. Wel ontdekt ze er bijbels in alle wereldtalen en een klein Mariabeeldje. “Wie heeft jou geholpen, Maria”, fluistert ze. En voor het eerst leest ze het hele kerstverhaal. Een wonderlijk verhaal over een engel die op bezoek komt bij een jong meisje. Misschien nog wel jonger dan zijzelf. Een meisje dat wel een dushi heeft, maar nog geen seks heeft gehad en toch zwanger werd. Hoe zou mamá reageren als ik haar dát verteld had, vraagt Luisa zich af. Zou Maria’s moeder haar ook weg gestuurd hebben of had ze misschien alleen maar gehuild. Maria’s vriend Jozef wilde stiekem bij haar weggaan. Net zoals Carlos haar had verlaten. Maar Jozef bleef, omdat hij ’s nachts een engel ontmoette. De engel vertelde hem dat Maria geen seks had gehad met een ander. Het kindje dat zij verwachtte was een wonder, een speciaal geschenk van God zelf. Luisa glimlacht verdrietig. Wachten op een engel; wachten op een wonder: als ze hier niet wilde slapen, zou ze toch echt zelf iets moeten doen. Geld voor een hotel heeft ze niet. En wie zou er durven wachten op een wonder?

Opeens hoort ze naast zich een stem. “Kan ik iets voor je doen?” De stem is zacht en melodieus, maar als ze opzij kijkt, schrikt ze. Nooit eerder heeft ze gepraat met een vrouw in een rolstoel. “Zou ze wel helemaal normaal zijn”, schiet het door haar hoofd. Het meisje schudt langzaam haar hoofd. “Alleen mijn benen doen het niet. De rest werkt prima. Ik heet Thadine en wie ben jij? Je ziet er zo verdrietig uit. Kan ik iets voor je doen?” Luisa schrikt een beetje van de woordenstroom en geeft niet direct antwoord. “Zouden er zwarte engelen bestaan? Een engel die niet kan vliegen en zelfs niet kan lopen.” Schichtig kijkt ze opzij; bang dat Thadine ook deze gedachte zal raden.

Twee maanden later staart Luisa uit het raam van haar zolderkamertje in de Haagse Schilderswijk. Troosteloos staart ze naar buiten. Het paradijs dat door de vriendin van mama was beloofd, bleek een fata morgana. Ze zou er alles voor geven om weer terug te kunnen naar Aruba. Ze heeft schulden en haar huisbaas dreigt haar uit huis te zetten. Ondanks de fleecedekens van Thadine heeft ze het steenkoud. Steeds weer schrikt ze wakker van de dealers en junks die onder haar raam handel drijven. Ze wil schreeuwen dat ze weg moeten gaan, maar ze is bang. En met haar hoogzwangere buik is het een wereldreis om op te staan van het matras op de grond. 

Was ze maar weer op Aruba. Bij mamá thuis had ze tenminste een bed. Eenzaam huilt ze zichzelf in slaap. En de enige die ze kent in de akelige, koude land kan haar niet bezoeken. Want Thadine kan met haar rolstoel niet boven komen. Plotseling wordt er op haar kamerdeur geklopt. Als ze opendoet, kijkt ze in de lachende bruine schitterogen van Thadine. “Het heeft me een kwartier gekost maar het is gelukt”, zegt ze hijgend. “Kom, geef me even een arm. Mag ik op je matras zitten, want de grond is wel erg koud.” Kritisch kijkt Thadine naar ontzettende chaos in de kamer. “Lieverd, je moet echt beter voor jezelf zorgen. De komende tijd zal heel spannend worden. Als je zo doorgaat, pakken ze straks je baby af.” Gelaten hoort Luisa het aan. Alle energie lijkt uit haar weggezogen.
Met dichtgeknepen ogen van de slaap ligt Luisa de volgende morgen op tafel bij de verloskundige. Ze heeft Thadine na veel gepraat beloofd om hierheen te gaan, maar wat is het moeilijk om die belofte te houden. Ze probeert zich zoveel mogelijk af te sluiten voor de koude gel en de eindeloze vragenstroom van de verloskundige. Dan opeens is daar een geluid zou oud als de wereld: het kloppen van een minuscuul hartje. “Mijn dochter”, stamelt Luisa verwonderd. “Wil je weten of het een jongen of een meisje is, vraagt de verloskundige zakelijk. “Ik weet het al”, glimlacht Luisa, maar kijk maar even of ik gelijk heb. 

Als Thadine de volgende dag langskomt, is Luisa al aangekleed en helpt haar zelfs om de trap op te komen. Onder het raam jengelt een draaiorgel kerstliedjes. Ik heb het telefoonnummer van je moeder opgezocht. “Zou je haar durven bellen”, vraag Thadine. Met trillende handen draait Luisa het nummer, maar als ze de overbekende stem van mama hoort, duwt ze de hoorn snel in Thadines handen. Kom, wenkt Thadine. En alsof ze gisteren is vertrokken, hoort ze de stem van haar moeder vragen: “ ben ik al oma?” Als Thadine vertrekt, valt Luisa neer op haar matras. Haar kindje zal net als Jezus onder de meest armoedige omstandigheden geboren worden. Maar onder het raam speelt het draaiorgel ‘Vrede op aarde’. En als Luisa onder haar kussen een kleine witte envelop met geld ontdekt, gelooft ze voor het eerst dat engelen echt bestaan. 

Dit is niet zomaar een kerstavondverhaal. Luisa bestaat echt en verwacht op 24 december haar kindje. Haar huisbaas gaat haar voor 15 december uit huis zetten. Er is tot op heden, ondanks inspanningen van verschillende instanties, niet gelukt om in een geschikte woonlocatie te kunnen krijgen . Wij hopen nu op plaatsing in het VBOK huis in Gouda. Youth for Christ jongerenwerkster Thadine, die overigens gewoon kan lopen, begeleidt haar. Luisa heeft ons toestemming gegeven om dit verhaal met u te delen. 

* Luisa is i.v.m. het gebruik van privé-gegevens een gefingeerde naam.

Tags: Kerst / Kerstmis, Verhalen: Vrij verhaal, 'Gratis' ideeën