Een schetsbord verhaal over een vader die Jezus gelooft
Kijk daar loopt een man over de weg. Nee, hij loopt niet, hij rent! Hij rent heel hard! Deze man is een hoveling. Hij werkt in het paleis van de koning. Hij moet doen wat de koning zegt. De koning geeft een opdracht, en hij moet het dan doen, want wat de koning zegt, moet gebeuren. Rent hij zo hard, omdat hij van de koning snel iets moet doen?
Nee, helemaal niet. Deze man wil zo snel als hij kan naar Jezus toe. De zoon van deze hoveling, zijn lieve jongen, is heel erg ziek. Zo ziek zelfs, dat hij misschien wel gaat sterven. De hoveling heeft gehoord dat Jezus in Kana is. Dat is best wel heel ver lopen, maar hij gaat er toch naar toe. Nu is hij er bijna en rent hij het laatste stuk zo snel als hij kan.
Daar, daar in de verte ziet hij de huisjes van Kana. En ja hoor, daar, daar ziet hij een heleboel mensen staan. Die zijn vast allemaal gekomen om naar Jezus te luisteren. De hoveling komt dichterbij. Hij loopt naar (teken Jezus, zonder arm) Jezus toe. ‘O, Jezus, wilt U alstublieft met mij meegaan? Mijn zoon is heel erg ziek, ik ben bang dat hij dood gaat. Wilt U toch met mij meegaan en mijn jongen beter maken?’ Maar Jezus zegt: ‘Als jullie geen wonderen zien gebeuren, geloven jullie niet in mij.’ ‘Here’, zegt de hoveling, ‘Ga toch alstublieft met mij mee voordat het te laat is en mijn kind sterft.’ ‘Ga maar naar huis’, zegt Jezus, ‘Je zoon is weer beter.’ En wat doet de hoveling? Hij gelooft wat Jezus zegt!
In welke situatie kan je dit idee gebruiken?
Hieronder vind je een mooi, nieuw schetsbordverhaal van Ellen Zuijdwegt over Johannes 4:46-54. Dit verhaal is al eerder in de werkwijze 'Vertel het maar' gepubliceerd.